Slide One
Slide Two
Slide Three
Slide four
Slide five
Slide six

Lithoijen

De gemeente Lithoijen, 1.057 ha groot, lag in het noordoosten van Noord-Brabant, aan de Maas. Ze grensde verder aan de gemeenten Oijen en Teeffelen, Oss, Geffen en Lith. Naast het gelijknamige kerkdorp telde Lithoijen in ieder geval drie gehuchten: Het Groenewoud, Scheurheuvel en Het Luttereind. Sinds 1939 maakt Lithoijen deel uit van de gemeente Lith. Op 1 januari 2011 hield de gemeente Lith op te bestaan en werd Lithoijen toegevoegd aan de gemeente Oss.

 

 

 

De naam

Het tweede deel van de naam Lithoijen bevat het element “ooi” dat waterland, nat weiland in een riviermeander betekent. Het eerste deel, Lith (Litta in de oudste varianten) heeft te maken met het werkwoord “varen”. Het is duidelijk: het is al vanouds een natte bedoening rond Lithoijen.

Gemeentewapen

Over het gemeentewapen van Lithoijen kunnen we kort zijn: de gemeente heeft nooit een wapen gehad. Maar dat wil niet zeggen dat er helemaal niets over het wapen van Lithoijen te vertellen valt…

Waarom Lithoijen geen gemeentewapen heeft

Bij de oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden in 1815 kregen alle gemeenten het verzoek om een voorstel voor een gemeentewapen in te dienen bij de Hoge Raad van Adel, die koning Willem I dat jaar had opgericht. De meeste van die voorstellen werden enkele jaren later omgezet in een wapenbevestiging (met wapendiploma) door de Raad.

Heel veel gemeenten grepen voor hun voorstellen terug op het zegel waarmee in de eeuwen daarvoor de schepenen van een plaats hun officiële stukken hadden bekrachtigd.

Zo niet het gemeentebestuur van Lithoijen: dat deed helemaal niets, hoewel ze een prachtig schepenzegel als voorbeeld hadden, namelijk een wapenschild met twee klimmende leeuwen, het wapen van de hertog van Brabant, met in een driehoek onderin de patroonheilige van de kerk, de heilige Remigius.

Dat is trouwens meteen een mooi voorbeeld van machtsstrijd tusen hoge heren (de abdij van Sint-Remigius uit Reims als grootgrondbezitter in Lithoijen en de hertog van Brabant als bezitter van de heerlijke rechten in deze plaats), uitgevochten op de paar vierkante centimeter van een schepenzegel. De heilige heeft hier letterlijk het onderspit moeten delven (in tegenstelling tot bijvoorbeeld Sint-Servatius in Oijen).

Het lijkt niet waarschijnlijk dat deze “onderwaardering” van de parochieheilige enige rol heeft gespeeld bij de beslissing van het gemeentebestuur om geen wapen aan te vragen. Waarschijnlijk waren de ƒ15,- die ze voor het wapendiploma zouden moeten betalen een zwaardere reden.

Lithoijen volstond met een gemeentestempel, waarin heel gewoon de gemeentenaam stond gegraveerd. Ook de ambtsketen van de burgemeester, die in 1852 werd ingevoerd, droeg alleen de naam van de gemeente. Lithoijen doet het dus al ruim twee eeuwen zonder gemeenschapssymbool, of het zou de dorpsvlag moeten zijn die als zodanig genoemd mag worden. Overigens maakt daarin de kerk een triomfantelijke come-back!

Oudste vermelding en ontwikkeling

De eerste schriftelijke vermelding van Lithoijen komt voor in een oorkonde van omstreeks 991. De Franse koning Hugo Capet bevestigt daarin onder andere de eigendomsrechten van de Benedictijner abdij Sint-Remigius in Reims op domeingoederen in onder andere Meerssen en Lithoijen. Remigius is nog steeds de patroonheilige van de kerk in Lithoijen. Lithoijen wordt hier ‘Litta’ genoemd, het latere Klein-Lith (Groot-Lith is Lith, dat van later datum is).

Het domeingoed van de abdij in Lithoijen lag in ‘Het Groenewoud’, tussen het tegenwoordige Lith en Lithoijen in. Het bestond uit een hoeveelheid grond met daarop een ‘hof’, een grote boerderij. Om die boerderij heen lagen in 1222 acht hoeven, die bewoond werden door horigen. Enkele keren per jaar moesten zij een belasting in geld (cijns) betalen en bovendien 9 kippen, 63 eieren en 11 ganzen. Daarnaast moest elke hoeve jaarlijks tien karren hout leveren en tien dagen werken op het domeinland.

Tot het midden van de achttiende eeuw woonden er minder dan 400 mensen in Lithoijen. Tegen het einde van die eeuw, rond 1800, was het bevolkingsaantal gegroeid tot boven de 500. Halverwege de negentiende eeuw was dat aantal gestegen tot 746, maar daarna zien we zelfs  – tegen de algemene trend in –  een daling optreden: in 1900 631 inwoners, en zelfs vlak na de Tweede Wereldoorlog was dat niet veel hoger: 662 inwoners in 1950 namelijk. Twintig jaar later was dat gezakt tot 635. Pas daarna is de kern Lithoijen flink gegroeid: sinds 1999 telt het dorp ruim 1.000 inwoners.

Middelen van bestaan

Vanouds gaat het in Lithoijen om de landbouw. De ligging aan de Maas was daarbij van groot belang. Voordat er sprake was van dijken, lagen huizen en boerdeijen doorgaans op oeverwallen of op terpen. Vooral in de Weisestraat, het vroegere gehucht Scheurheuvel, zijn nog enkele huisterpen aanwezig. Overstromingen brachten vruchtbaarheid, maar ook ellende. En die ellende werd al vroeg bestreden: zeker al in 1288 waren op Lithoijens grondgebied al Maasdijken aanwezig.

In dat jaar verkocht hertog Jan I van Brabant de Lithoijenaren de gemeenschappelijke weidegronden die zij al in gebruik hadden. Al naar gelang zij profiteerden van delen daarvan, moesten zij bijdragen aan het onderhoud van dijken en waterlopen.

Opvallend is overigens dat er in 1222 zoals gezegd 8 boerderijen waren en dat de Beschreven staat  van 1791 meldt dat er op dat moment “niet meer dan 6 of 7 Boertjes hun eigen redden kunnen”.

Dijken en water

Beheer en onderhoud van dijken en waterlopen waren sinds 1325 toevertrouwd aan de heemraden van het waterschap De Polder van het Hoog Hemaal. Zij konden niet voorkomen dat het af en toe toch misging: er zijn de eeuwen door vele dijkdoorbraken geweest. Ook had de gemeente regelmatig last van het water dat via de overlaten bij Beers en Cuijk Noord-Brabant binnenstroomde en via een kilometerslange traverse uiteindelijk terechtkwam in de omgeving van ’s-Hertogenbosch.

Veel van de waterellende behoorde voorgoed tot het verleden na voltooiing van de Maaskanalisatie in de jaren ’30. Weinigen realiseren zich dat het grote stuw- en sluiscomplex, dat in de jaren 1932-1936 tot stand kwam, niet op het grondgebied van Lith lag, maar in de gemeente Lithoijen.

De kerk en andere monumenten

Vlakbij ‘het Hof’- deze naam bestaat nog steeds – stond het eerste tufstenen kerkje van Lithoijen, uiteraard toegewijd aan Remigius. Het was aanvankelijk bestemd voor de inwoners van beide Litta’s en fungeerde nog tot 1843 als de officiële parochiekerk van Lithoijen. Natuurlijk was vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw de openlijke uitoefening van de katholieke eredienst verboden en was daarom in het dorp een schuurkerk in gebruik, aangebouwd aan de pastorie.

Deze schuurkerk stond op de plek van het huidige kerkhof. In 1843 kwam daarvoor een “echte” (waterstaats)kerk in de plaats. In 1902 moest deze plaatsmaken voor de neogothische kerk, die er nu nog staat. Het kerkje in Het Groenewoud is niet lang na1843 gesloopt.

Het langwerpige Prelaat van de Berghplein vormt het hart van Lithoijen. Tegenover de Maasdijk staat het gemeentehuis van 1906-1907. Aan de ene kant wordt het geflankeerd door kerk en kerkhof, aan de andere door het voormalige Sint- Norbertusgesticht. Dit complex dateert van 1884 en was bestemd voor de zusters van de Congregatie van J.M.J. Zij hadden daar tussen 1890 en 1949 een kostschool voor meisjes, die hier lager onderwijs genoten.

Tevens verzorgden de religieuzen enkele zieken/bejaarden en gaven zij de meisjes van Lithoijen R.K. lager onderwijs. Tot 1960 werd het gebouw bewoond als klooster ‘Jerusalem’ door de zusters Penitenten. Van 1960 tot 1972 bood het onderdak aan de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken voor de fabricage van T.L.-lampen en na 1972 had het een woon- en winkelbestemming.